Begin juli vlogen we vanaf Amsterdam via Hong Kong naar Nieuw-Zeeland. Na aankomst op de luchthaven van Auckland werden wij opgehaald door mijn neef. Hij is geboren en getogen in Nieuw-Zeeland en woont met zijn vrouw in de stad Hamilton op het Noordereiland, een uurtje rijden vanaf Auckland. De eerste week in Nieuw-Zeeland was Hamilton zo’n beetje onze uitvalsbasis. Dat is best handig, want Hamilton ligt redelijk centraal. Vanaf Hamilton kun je makkelijk naar Northland en plaatsen in het midden van het eiland.
Na ons eerste nachtje in Hamilton stapten we de volgende ochtend – nog een beetje gammel van de lange vliegreis – in de auto richting Northland, de meest noordelijke regio (vandaar de naam gok ik) van Nieuw-Zeeland. In het plaatsje Puhoi, ca. 50 km. ten noorden van Auckland, stopten we voor een lunch. Puhoi werd in 1863 gesticht door een groep van ca. 200 Boheemse immigranten uit wat tegenwoordig Tsjechië is. Er staat een katholiek kerkje uit 1881 en het schattigste dorpsbibliotheekje dat ik ooit gezien heb.
We aten fish & chips in de gezellige, populaire en no-nonsense Puhoi Pub. De muren van de pub zijn behangen met oude foto’s, bankbiljetten uit allerlei landen (al dan niet met teksten erop geschreven) en een paar bh’s (ehm…?).Na de lunch reden we nog een stukje verder naar het noorden, naar Ruakaka aan Bream Bay. Mijn neef heeft daar een strand-/vakantiehuis, en dat was onze verblijfplaats voor de komende twee nachten. Helaas was het te koud voor het bad in de tuin.
Later die middag zochten we schelpen op het strand van Ruakaka. Vanaf het strand kun je de ‘Hen and Chicken Islands’ zien liggen, vlak voor de kust. De Britse kapitein en ontdekkingsreiziger James Cook ontdekte de eilanden in 1769 en gaf ze hun naam.
De volgende ochtend stonden we vroeg op, want we hadden een drukke dag voor de boeg. Mijn neef wilde ons van alles laten zien en ik wilde zelf graag naar het noordelijkste puntje van het Noordereiland: Cape Reinga. De vraag was alleen of dat haalbaar was. Vanuit Ruakaka reden we verder naar het noorden en onze eerste stop was bij de Whangarei Falls. Via een wandelpad kun je naar beneden lopen voor een beter uitzicht op de 26 meter hoge waterval.
Bay of Islands
Na de waterval reden we verder naar het plaatsje Paihia, dat wel wordt gezien als de uitvalsbasis voor de Bay of Islands. Vanaf Paihia namen we de ferry naar de overkant van de baai, naar het plaatsje Russell. De overtocht duurt maar een kwartiertje. Jammer eigenlijk, want het uitzicht over de baai met de zeilboten is prachtig.
Vroeger werd Russell ook wel de ‘Hellhole of the Pacific’ genoemd. Russell was de eerste vaste Europese nederzetting en zeehaven in Nieuw-Zeeland. Er ontstond een levendige handel tussen de Europeanen en de Maori’s. Russel werd groter en drukker, maar het plaatsje zonder regels en wetten trok veel mensen aan van twijfelachtig allooi (criminelen, ruige zeelieden en prostituees). En dat voor een plaatsje dat oorspronkelijk Kororareka heette, wat zoiets als ‘sweet penguin’ betekent… Tegenwoordig is Russell een mooi, toeristisch plaatsje dat in niets meer op een hellhole lijkt. Er staan nog veel historische gebouwen en woonhuizen, de oudste kerk van Nieuw-Zeeland staat er (de Christ Church uit 1836) en de ligging aan de Bay of Islands is natuurlijk ook verre van verkeerd.
We liepen een rondje door het stadje en dronken een kopje koffie in het bekendste en oudste café: the Duke of Marlborough – ‘ Refreshing Rascals and Reprobates since 1827’ – met schitterend uitzicht over het water.
We pakten de ferry weer terug naar Paihia voor het vervolg van ons rondje Northland, want we waren nog niet eens op de helft. Er stond nog een bezoek aan Kerikeri, Mangonui en Kawakawa op het programma. Maar daarover meer in deel 2 van deze blog!
2 reacties
Wel handig dat je je eigen gids had, die je van alles liet zien. Ook erg leuk dat er veel afwisseling zat in wat jullie allemaal hebben bezocht. Het strand van Ruakaka lijkt mij echt heel mooi. En ik zou buiten best wel een bad willen nemen met dat uitzicht hoor! 🙂
Het was superhandig om een eigen lokale gids bij ons te hebben! 🙂